In de betrekkingen tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden in de periode 1585-1786 speelden twee forten aan de Schelde nabij Antwerpen een bijzondere rol: Lillo en Liefkenshoek. Door het bezit van deze vestingwerken was de Republiek der Verenigde Nederlanden in staat om het handelsverkeer vanuit en naar Antwerpen  via de Schelde volledig te controleren. Dit gebeurde vooral door ter hoogte van het fort Lillo een fiscale barrière te plaatsen ten nadele van Antwerpen en ten faveure van de havens in de Noordelijke Nederlanden, in het bijzonder van de haven van Amsterdam. Zo werd betekenisvol bijgedragen aan het ontstaan van de Gouden Eeuw in de Republiek.

Wat zich in de genoemde periode in en rondom Lillo en Liefkenshoek heeft afgespeeld is door onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam onder leiding van Prof. Dr. J.M.G. Leune uitgebreid onderzocht, met een bijzondere aandacht voor het functioneren van de beide vestingwerken als sociale systemen. Daartoe zijn uiteenlopende archiefbronnen in Nederland en België geanalyseerd. De resultaten daarvan zijn in 2006 beschikbaar gekomen in de vorm van zeven afzonderlijke boekdelen, uitgegeven door het Algemeen Rijksarchief van België te Brussel. In 2009 is daaraan nog een deel toegevoegd.


Het fort Lillo anno 1746 (Universiteit Leiden, Collectie Bodel-Nijenhuis, P78 N 96)